BBC: Nederlanders omarmen drijvende woningen
Vanwege de steeds erger wordende overstromingen en het groeiende woningtekort, hebben steeds meer Nederlanders belangstelling voor drijvende woningen. Deze drijvende gemeenschappen vormen ook een inspiratiebron voor ambitieuze, door Nederland geleide projecten in andere landen die door overstromingen worden bedreigd, van Frans-Polynesië tot de Maldiven.
Dit artikel is oorspronkelijk (in het Engels) gepubliceerd op de Yale School of the Environment en de BBC. Experts, zoals onze Chief Resilience Officer Arnoud Molenaar en de medeoprichter en directeur van Blue21 Rutger de Graaf, bespreken de drijvende architectuur in Nederland.
De drijvende gemeenschap Schoonschip
Toen in oktober een zware storm opstak, wisten de bewoners van de Amsterdamse drijvende gemeente Schoonschip zeker dat ze de storm zouden doorstaan. Ze bonden hun fietsen en buitenbanken vast, namen contact op met de buren om te vragen of iedereen genoeg voedsel en water in huis had, en sloten zich in hun woning op, terwijl de stalen grondvesten van hun wijk stegen met het water en weer naar hun oorspronkelijke positie terugkeerden nadat de regen was gezakt.
"Wij voelen ons veiliger in een storm, omdat we drijven," vertelt Siti Boelen, een Nederlandse televisieproducente die twee jaar geleden in Schoonschip is komen wonen. "Ik vind het een beetje vreemd dat bouwen op water geen wereldwijde prioriteit is."
Nu de zeespiegel steeds verder stijgt en zware stormen het water doen aanzwellen, bieden drijvende wijken een experiment in hoogwaterbescherming, waardoor kustgemeenschappen mogelijk beter bestand zijn tegen de klimaatverandering. In het dichtbevolkte Nederland is ruimte schaars, waardoor de vraag naar dergelijke woningen toeneemt. Doordat meer mensen op het water willen bouwen, werken ambtenaren aan een uitbreiding van de bestemmingsplannen om de bouw van drijvende woningen makkelijker te maken.
"De gemeente wil het concept van drijvende bouwwerken uitbreiden, omdat het een multifunctioneel gebruik van ruimte voor woningen is en omdat de duurzame weg de weg vooruit is," zegt Nienke van Renssen, raadslid van de Amsterdamse GroenLinks-fractie.
De drijvende gemeenschappen in Nederland die in het afgelopen decennium zijn ontstaan, dienen als blauwdruk voor grootschaligere projecten die nu door Nederlandse ingenieurs worden geleid. Deze projecten vinden niet alleen hun weg naar Europese landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en Noorwegen, maar ook naar Frans-Polynesië en de Maldiven, waar de zeespiegelstijging van de Indische Oceaan nu een existentiële bedreiging vormt. Er ligt zelfs een voorstel voor drijvende eilanden in de Oostzee waarop kleine steden kunnen worden gebouwd. "In plaats van water als een vijand te zien, zien wij het juist als een mogelijkheid," zegt een Rotterdamse stadsambtenaar.
Drijvende woningen
Drijvende woningen kunnen langs elke kustlijn worden gebouwd en bewegen met het wateroppervlak mee, waardoor ze zijn bestand tegen stijgende zeespiegels of door regen veroorzaakte overstromingen. In tegenstelling tot traditionele woonboten, die gemakkelijk kunnen worden losgemaakt en verplaatst, zijn drijvende woningen verankerd aan de kust, vaak rustend op stalen palen. Daardoor zijn ze meestal aangesloten op het plaatselijke rioleringsstelsel en elektriciteitsnet. Drijvende woningen beschikken over een soortgelijke constructie als hun op land gebouwde tegenhangers, maar hebben in plaats van een kelder een betonnen romp die als tegengewicht fungeert, waardoor ze stabiel in het water blijven drijven. In Nederland bestaan deze woningen vaak uit geprefabriceerde, vierkante herenhuizen met drie verdiepingen, die elders worden vervaardigd uit conventionele materialen zoals hout, staal en glas. Voor steden die te kampen hebben met toenemende overstromingen en een krappe huizenmarkt, zijn drijvende woningen een mogelijke blauwdruk voor de uitbreiding van de stedelijke huisvesting in het tijdperk van klimaatverandering.
Koen Olthuis richtte in 2003 Waterstudio op, een Nederlands architectenbureau dat zich uitsluitend op drijvende woningen richt. Volgens hem is de relatieve technische eenvoud van drijvende woningen mogelijk hun grootste troef. De drijvende woningen die hij ontwerpt, worden gestabiliseerd door palen die ongeveer 65 meter in de grond zijn gegraven en zijn gemaakt van schokabsorberende materialen om het gevoel van beweging door nabije golven te verminderen. De woningen stijgen wanneer het water stijgt en dalen wanneer het water zich terugtrekt. Ondanks hun schijnbare eenvoud is Olthuis ervan overtuigd dat drijvende woningen het potentieel hebben om stedelijke huisvesting te revolutioneren, net zoals de invoering van de lift er ooit voor zorgde dat aan de horizon skylines verschenen.
"We beschikken nu over de techniek en de mogelijkheid om op water te bouwen," aldus Olthuis, die 300 drijvende woningen, kantoren, scholen en ziekenhuizen heeft ontworpen. Daaraan voegt hij toe dat hij en zijn collega's zichzelf 'niet als architecten zien, maar als stadsdokters voor wie water het medicijn is'.
Leven onder de zeespiegel
Dit idee is niet vergezocht in een land als Nederland dat grotendeels uit drooggelegde grond bestaat en waarvan een derde onder de zeespiegel ligt. In Amsterdam liggen bijna 3.000 officieel geregistreerde traditionele woonboten en hebben inmiddels honderden mensen hun intrek genomen in drijvende woningen die zich in voorheen verwaarloosde wijken bevinden.
Aan een kanaal in Schoonschip, een voormalige Amsterdamse fabriekswijk, ontwierp het Nederlandse bureau Space&Matter 30 woningen, waarvan de helft uit eengezinswoningen bestaat. De wijk ligt op een korte veerboottocht van het centrum van Amsterdam, waar veel van de bewoners werkzaam zijn. In de wijk wordt bijna alles met elkaar gedeeld, waaronder fietsen, auto's en voedsel dat bij plaatselijke boeren wordt gekocht. Elk gebouw heeft een eigen warmtepomp en besteedt ongeveer een derde van het dak aan groen en zonnepanelen. Overtollige opgewekte energie wordt door bewoners aan elkaar en aan het nationale stroomnet verkocht.
"Wonen op het water is voor ons normaal en dat is nu juist het punt," vertelt Marjan de Blok, een Nederlandse tv-regisseur die in 2009 het project bedacht en samen met een collectief van architecten, juristen, ingenieurs en bewoners van de grond wist te krijgen.
Rotterdam ligt voor 90% onder de zeespiegel. De stad huist niet alleen de grootste Europese haven, maar ook het grootste drijvende kantoorgebouw ter wereld en een drijvende boerderij, waar koeien worden gemolken door robots en zuivelproducten worden geleverd aan plaatselijke supermarkten. In 2010 lanceerde het Drijvend Paviljoen, een vergader- en evenementenruimte op zonne-energie in de Rotterdamse haven. Sindsdien heeft de stad haar inspanningen opgevoerd om dergelijke projecten gangbaarder te maken. Inmiddels vormen drijvende woningen een van de pijlers van de Rotterdamse klimaatadaptatiestrategie.
Water als mogelijkheid
"De afgelopen 15 jaar hebben wij onszelf opnieuw uitgevonden als deltastad," zegt Arnoud Molenaar, chief resilience officer bij de gemeente Rotterdam. "In plaats van water als een vijand te zien, zien wij het juist als een mogelijkheid."
Om steden te helpen beschermen tegen de klimaatverandering, heeft de Nederlandse regering in 2006 het programma 'Ruimte voor de Rivier' opgezet dat bepaalde gebieden strategisch laat overstromen tijdens perioden van hevige regenval: een paradigmaverschuiving die het stijgende waterpeil probeert te omarmen, in plaats van zich ertegen te verzetten. Olthuis zegt dat de woningnood in Nederland de vraag naar drijvende woningen zou kunnen aanwakkeren, ook in 'Ruimte voor de Rivier'-gebieden waar overstromingen, althans voor een deel van het jaar, onderdeel zijn van het landschap. Deskundigen zeggen dat er in de komende 10 jaar een miljoen nieuwe woningen moeten worden gebouwd om de oververhitte huizenmarkt te laten afkoelen. Drijvende woningen zouden de druk op het tekort aan bouwgrond kunnen helpen verlichten.
Gespecialiseerde bureaus in drijvende architectuur
Nederlandse bureaus die zijn gespecialiseerd in drijvende gebouwen worden overspoeld met verzoeken van buitenlandse ontwikkelaars van ambitieuze projecten. Blue21, een Nederlands techbedrijf dat zich op drijvende gebouwen richt, werkt momenteel aan een concept voor een reeks drijvende eilanden in de Oostzee. Het project zou 50.000 mensen kunnen huisvesten en aansluiten op een door particulieren gefinancierde onderzeese spoorwegtunnel van 15 miljard euro die Helsinki (Finland) en Tallin (Estland) met elkaar moet verbinden. Het project wordt gesteund door de Finse investeerder en 'Angry Birds'-ondernemer Peter Vesterbacka.
Waterstudio zal deze winter toezicht houden op de bouw van een drijvend woonproject in de buurt van de laaggelegen hoofdstad Male op de Maldiven, waar 80% van het land minder dan 1 meter boven de zeespiegel ligt. Het project omvat eenvoudig ontworpen, betaalbare woningen voor 20.000 mensen. Onder de rompen zullen kunstmatige riffen komen om het zeeleven te ondersteunen. Voor de airconditioningsystemen van de gebouwen zal koud zeewater uit de diepte worden gepompt. "Er wordt niet langer gedacht dat je een gekke tovenaar moet zijn om een drijvende woning te bouwen," zegt Olthuis. "We creëren blauwe steden en zien water als een hulpmiddel."
De uitdagingen van drijvende woningen
Drijvende woningen brengen echter tal van uitdagingen met zich mee. Hevige wind- en regenstormen of zelfs het passeren van grote cruiseschepen, kunnen de gebouwen doen schudden. Siti Boelen, de bewoonster van Schoonschip, vertelt dat ze in het begin huiverig was om tijdens stormachtig weer naar haar keuken op de derde verdieping te gaan, waar de beweging het meest merkbaar was. "Je voelt het in je maag," vertelt ze, eraan toevoegend dat ze inmiddels aan het gevoel gewend is geraakt.
Drijvende woningen vereisen ook extra infrastructuur en werk om op het elektriciteitsnet en het rioleringsstelsel te worden aangesloten. Hiervoor zijn speciale waterdichte snoeren en pompen nodig om verbinding te maken met de gemeentelijke diensten op hoger gelegen grond. In het geval van Schoonschip in Amsterdam en het drijvende kantoorgebouw in Rotterdam moesten nieuwe microgrids worden gebouwd.
De voordelen kunnen echter opwegen tegen de kosten. Rutger de Graaf, mede-oprichter en directeur van Blue21, zegt dat het toenemend aantal rampzalige, ongekende stormen over de hele wereld zowel stadsplanners als bewoners ertoe heeft aangezet om zich voor oplossingen tot het water te wenden. Hij is van mening dat de ontwikkeling van drijvende woningen vorig jaar talloze sterfgevallen en miljarden dollars schade had kunnen voorkomen, doelend op de dodelijke overstromingen in Duitsland en België, waarbij ten minste 222 mensen om het leven kwamen.
"Als er overstromingen zijn, is de verwachting dat veel mensen naar hoger gelegen gebieden zullen verhuizen. Het alternatief is echter dicht bij kuststeden te blijven en uitbreiding op het water te onderzoeken," aldus De Graaf. "Als je bedenkt dat in de tweede helft van deze eeuw honderden miljoenen mensen ontheemd zullen raken door de stijging van de zeespiegel, moeten wij nu al beginnen met het opschalen van de ontwikkeling van drijvende ontwikkelingen."
Bron: Yale School of the Environment