BLOG: Scan brengt resilience-kwaliteiten in kaart
Resilience-kenmerken verankeren in processen en projecten, wat houdt dit eigenlijk concreet in en hoe pakken we dit aan? Mijn afstudeeronderzoek ‘Resilience kwaliteiten in de context van projecten’ haakt daarop in. Dit onderzoek is uitgevoerd door Eva Zijlmans in opdracht van Resilient Rotterdam, in het kader van de opleiding Bestuurskunde aan de Avans Hogeschool te ’s-Hertogenbosch.
Geschreven door: Eva Zijlmans, stagiair Resilience Team.
De kwaliteiten
Om er achter te komen hoe resilient een project is en welk effect het heeft op de stad, ontwikkelt Rotterdam samen met de 100 Resilient Cities van de Rockefeller Foundation een zogenaamde ‘resilience scan’. Dit is een tool om projecten te scannen op resilience kwaliteiten. Gebaseerd op de uitkomsten kan gemeente adviseren over de manieren waarop het project gericht kan werken aan de weerbaarheid van de stad.
Kenmerkend voor resilience is de multidisciplinaire en proactieve aanpak. Door middel van zeven resilience kwaliteiten wordt het project geanalyseerd: flexibiliteit, inclusiviteit, integraliteit, reflectievermogen, reservecapaciteit, robuustheid en vindingrijkheid. Hoe meer kwaliteiten terug te vinden zijn in het project hoe meer het bijdraagt aan een veerkrachtige en weerbare stad. De scan is nog in zijn ontwikkelingsfase en wordt continu aangevuld met bruikbare analysevragen om deze kwaliteiten in kaart te brengen.
Rotterdam Central District
Mijn afstudeeronderzoek ‘Resilience kwaliteiten in de context van projecten’ draagt bij aan het verder ontwikkelen van de scan. Tijdens het onderzoek verkende ik wat de resilience kwaliteiten concreet inhouden en wat dit betekent voor ruimtelijke projecten in Rotterdam. Om mijn aanbevelingen in de praktijk toe te passen, heb ik een case study uitgevoerd naar de gebiedsontwikkeling van Rotterdam Central District. Hierbij heb ik ingezoomd op één project, namelijk de tender van de ontwikkellocaties aan het Delftse Plein en de Conradstraat. Op basis van de zeven resilience kwaliteiten heb ik een eerste resilience-analyse toegepast op de casus.
Ter illustratie: de kwaliteit ‘flexibiliteit’ verwijst niet naar gedrag, maar naar de mogelijkheden van een object om te veranderen en verschillende functies te vervullen. In mijn casusproject stel ik daarom de voorwaarde dat ruimtes in het gebouw flexibel zijn, dat wil zeggen dat ze zo zijn ontworpen dat functiewijziging mogelijk is.
De kwaliteit ‘robuustheid’ verwijst naar fysieke constructies. Deze moeten goed doordacht, goed ontworpen en goed gebouwd zijn. Bij het uitvoeren van de case study heb ik daarom vragen gesteld over bouwvoorschriften, het prioriteren van veiligheid en vermijden van valkuilen in het ontwerp van de fysieke constructie.
Ook zijn er resilience kwaliteiten die zich richten op sociale verhoudingen. Zo verwijst ‘inclusiviteit’ naar een beslissing om elke mens als gelijkwaardig te beschouwen, met aandacht voor onderlinge verschillen en de behoeften die daaruit voortkomen. Een vereiste voor inclusiviteit in de case study is daarom dat de diversiteit van behoeften van alle rotterdammers wordt onderzocht, zodat men daar bij de ontwikkeling van de locaties op kan inspelen. Zo kunnen de gebouwen voor iedereen maatschappelijke meerwaarde opleveren.
Hoe nu verder?
Mijn case study leverde belangrijke discussiepunten op over de gewenste invulling van de kwaliteiten en gaf inzicht in het nut van de gestelde vragen. Het is zaak om deze discussies te voeren met alle betrokkenen. Voor de doorontwikkeling van de resilience scan is het daarnaast van belang om bij toepassing van de scan steeds kritisch te kijken naar de vragen, zodat elk type project kan worden gescand. Door ook in de toekomst projecten te analyseren op de kwaliteiten, resultaten te delen en hierover de discussie aan te gaan, groeit het lerend vermogen rondom resilience en kan men hier steeds gerichter aan werken.
Mijn ervaring
Ik vond het ontzettend leuk en leerzaam om in de wereld van resilience te duiken. Ik ben tijdens het afstuderen steeds enthousiaster geworden over het onderwerp. Deze holistische aanpak van stedelijke vraagstukken vind ik heel interessant. Het bevestigde mijn voorkeur voor grootstedelijk beleid, duurzaamheid en ruimtelijke ontwikkeling en heeft me ervan overtuigd dat ik wil doorstuderen om mij daar als bestuurskundige verder in te verdiepen. Ik kijk dan ook erg uit naar september, wanneer ik begin met de pre-master Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.